32. is ingenomen met bovengenoemde uitspraak 33/2012 van het Grondwettelijk Hof, inhoudende dat de verplichte pensionering van rechters op 62-jarige leeftijd ongrondwettelijk is, alsmede met bovengenoemde uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 6 november 2012, waarin wordt bepaald dat de radicale verlaging van de pensioenleeftijd van rechters in Hongarije een ongerechtvaardigde discriminatie op grond van leeftijd vormt en daarmee een schending van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad inhoudt;
32. se félicite de la décision 33/2012 de la Cour constitutionnelle susmentionnée, qui déclare anticonstitutionnelle la cessation d'activité obligatoire des juges à l'âge de 62 ans, ainsi que de la décision susmentionnée de la Cour de justice de l'Union européenne du 6 novembre 2012, qui estime que l'abaissement radical de l'âge de la retraite des juges hongrois constitue une discrimination injustifiée fondée sur l'âge et, partant, une violation de la directive 2000/78/CE du Conseil;