De krachtens § 1 en § 2 veroordeelde die de door de rechtbank opgelegde verplichtingen niet binnen de voorgeschreven termijn nakomt of de door haar uitgevaardigde verboden schendt of zich tegen de maatregelen verzet die zij ambtshalve oplegt, is strafbaar met een gevangenisstraf van zes maanden à vijf jaar en met een geldboete van 1000 BEF tot 500.000 BEF, of met één van deze straffen.
Celui qui, condamné en vertu du § 1 et du § 2, n'exécute pas, dans le délai prescrit, les obligations imposées par le tribunal, enfreint les interdictions que ce dernier établit ou s'oppose aux mesures d'office que le tribunal prescrit peut être puni d'une peine de six mois à cinq ans d'emprisonnement et d'une amende de 1.000 francs à 500.000 francs ou d'une de ces peines seulement.