Het derde middel in de zaak nr. 5191 en het vierde middel in de zaken nrs. 5204, 5244, 5289 en 5290 zijn afgeleid uit de schending van de individuele vrijheid, verankerd in artikel 12 van de Grondwet en in artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, ten aanzien van de vrouwen die, door de werking van de bestreden wet, strafsancties oplopen, met inbegrip van gevangenisstraffen, wanneer zij een volledige sluier dragen op een voor het publiek toegankelijke plaats, of zouden worden beroofd van hun vrijheid om zich vrij te begeven op de openbare weg wanneer zij ervoor zouden kiezen thuis te blijven.
Le troisième moyen dans l'affaire n° 5191 et le quatrième moyen dans les affaires n 5204, 5244, 5289 et 5290 sont pris de la violation de la liberté individuelle, consacrée par l'article 12 de la Constitution et par l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, à l'égard des femmes qui, par l'effet de la loi attaquée, encourent des sanctions pénales, en ce compris des peines de prison, si elles portent un voile intégral dans un lieu accessible au public ou seraient privées de leur liberté de circuler librement sur la voie publique si elles choisissaient de rester chez elles.