De tweede verzoekende partij, die als maatschappelijk doel heeft alle om het even welke verrichtingen, commerciële en financiële, roerende en onroerende welke rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het aannemen van spelen en weddenschappen toegelaten door de wet (artikel 3, eerste lid, van de statuten), is van mening dat artikel 27, eerste lid, van de wet een deel van haar activiteiten onwettig maakt : zij heeft immers al geruime tijd activiteiten uitgeoefend inzake onderhoud en herstelling van speelautomaten voor rekening van de n.v. P.M.M.S.
La seconde partie requérante, qui a pour objet social toutes opérations quelconques, commerciales et financières, mobilières et immobilières se rapportant directement ou indirectement à l'acceptation des jeux et paris autorisés par la loi (article 3, alinéa 1, des statuts), estime que l'article 27, alinéa 1, de la loi rend illégale une partie de ses activités : elle a en effet, de longue date, exercé des activités d'entretien et de maintenance des appareils automatiques pour compte de la s.a. P.M.M.S.