1. De schuldenaar moet om zijn verdeding voor te bereiden en op de vordering te antwoorden, over een termijn hebben beschikt van tenminste veertien kalenderdagen of, indien hij woonachtig is in een andere lidstaat dan de lidstaat van oorsprong, van tenminste achtentwintig kalenderdagen, gerekend vanaf de datum van betekening of kennisgeving van het stuk dat het geding inleidt of van een gelijkwaardig stuk.
1. Pour préparer sa défense et répondre à la demande, le débiteur doit avoir disposé d'un délai d'au moins quatorze jours civils ou, s'il est domicilié dans un État membre autre que l'État membre d'origine, d'au moins vingt-huit jours civils, à compter de la date de la signification ou de la notification de l'acte introductif d'instance ou d'un acte équivalent.