d) het onverjaarbare recht van iedere Verdragssluitende Partij te erkennen om bepaalde cultuurgoederen te klasseren en als onvervreemdbaar aan te merken, welke bijgevolg niet kunnen worden uitgevoerd, alsmede de recuperatie van dergelijke goederen door de betrokken Staat te vergemakkelijken in de gevallen waarin zij toch zouden zijn uitgevoerd.
d) à reconnaître, en outre, le droit imprescriptible de chaque Etat partie à la présente Convention, de classer et déclarer inaliénables certains biens culturels qui, de ce fait, ne doivent pas être exportés, et à faciliter la récupération par l'Etat intéressé de tels biens au cas où ils auraient été exportés.