In deze twee gevallen kan de mededeling van deze informatie aan de personen die over hem het ouderlijk gezag uitoefenen, enkel gebeuren mits toestemming van de patiënt, behalve indien de beoefenaar van oordeel is dat hij niet kan worden beschouwd als in staat zijnde tot een redelijke waardering van zijn belangen (geestelijke handicap, dementie, ...).
Dans ces deux cas, la communication des informations aux personnes qui exercent sur lui l'autorité parentale ne peut se faire que moyennant le consentement du patient, sauf si le praticien estime qu'il ne peut être considéré comme apte à apprécier correctement ses intérêts (handicap mental, démence, ...).