De zitting moet plaatshebben binnen vijftien kalenderdagen nadat de zaak bij de Raad van beroep aanhangig werd gemaakt; ingeval van vertraging wegens overmacht motiveert de voorzitter de redenen hiervan aan de voorzitter van het directiecomité, of aan diens gemachtigde.
L'audience doit avoir lieu au plus tard quinze jours calendrier après la saisine de la Chambre de recours; en cas de retard pour cas de force majeure, le président avise le président du comité de direction, ou son délégué, des motifs qui ont entraîné ce retard.