Vandaar dat de Minister van Justitie bij de toepassing van de voorlopige invrijheidstelling (met het oog op de vervroegde invrijheidstelling) vooraf het advies van de procureur des Konings en van de procureur-generaal zal inwinnen, zoals thans reeds gebruikelijk is (Vanhoudt, C., Calewaert, W., op. cit., blz. 1017).
En cas d'application de la libération provisoire (en vue de la libération anticipée), le ministre de la Justice recueillera dès lors l'avis préalable du procureur du Roi, comme il est déjà d'usage à l'heure actuelle (Vanhoudt, C., Calewaert, W., op. cit., p. 1017).