Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat kennis krijgt van een zending dieren of producten uit een derde land of grondgebied, of van vervoermiddelen of materialen die in contact kunnen zijn gekomen met een dergelijke zending, die waarschijnlijk in de Unie een ernstig risico zal vormen door een mogelijke infectie of besmetting met in de lijst opgenomen ziekten of nieuwe ziekten of gevaren, moet die autoriteit onverwijld:
Lorsque l’autorité compétente d’un État membre a connaissance d’un envoi d’animaux ou de produits originaires d’un pays ou territoire tiers, ou de moyens de transport ou de matériels susceptibles d’avoir été en contact avec un tel envoi, qui peuvent constituer un risque grave dans l’Union en raison d’une possible infection ou contamination par des maladies répertoriées ou émergentes ou des dangers, elle: