4. Het antwoord luidt bevestigend, met dien verstande dat het zogenaamde «attractiebeginsel» niet van toepassing is op bestuurders, zaakvoerders, vereffenaars of beoefenaars van gelijksoortige functies die onbezoldigd hun opdracht uitoefenen in verenigingen zonder winstoogmerk of andere rechtspersonen zoals bedoeld in artikel 220, 3° WIB 1992, mits de inkomsten van onroerende goederen die zij uit diezelfde vereniging of rechtspersoon verkrijgen niet voor herkwalificatie tot bezoldiging in aanmerking komen (artikel 32, derde lid, WIB 1992, zoals ingevoegd bij artikel 2 van de voormelde wet van 4 mei 1999).
4. La réponse est affirmative étant entendu que le «principe d'attraction» n'est pas applicable aux administrateurs, gérants, liquidateurs ou titulaires de fonctions analogues, qui exercent leur mandat non rémunéré dans des associations sans but lucratif ou autres personnes morales visées à l'article 220, 3° CIR 1992, pour autant que les revenus de biens immobiliers qu'ils perçoivent de cette même association ou personne morale ne soient pas pris en considération pour la requalification à titre de rémunération (article 32, alinéa 3, CIR 1992, tel qu'il a été ajouté par l'article 2 de la loi du 4 mai 1999 précitée).