Het van de graslanden in de dalen en op gematigde hoogte afkomstige hooi wordt in de koudste maanden gebruikt als voeder voor de melkkoeien, terwijl in de zomer beweiding plaatsvindt op 120 bergweiden in het hooggebergte.
Le foin récolté dans les prairies des vallées et celles d’altitude moyenne est utilisé pour l’alimentation des vaches laitières pendant les mois plus froids, tandis qu’en été, le pâturage estival est garanti par 120 alpages situés en haute montagne.