73. is van mening dat voor landen waarvan uit de beoordeling duide
lijk blijkt dat zij geen vooruitgang boeken met een
grondige democratisering, en grondige institutionele en sociale veranderingen, met inbegrip van de rechtsstaat, de steun van de Unie verminderd moet worden, met behoud van de steun voor het maatschappelijk middenveld in die landen, in lijn met de doelstellingen van dit beleid, in het bijzonder wanneer bepaalde kernbeginselen, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst of overtuiging, gendergelijkheid, vrijheid van geweten, vrijheid van vergaderi
...[+++]ng en vereniging worden geschonden;
73. estime qu'il y a lieu de réduire le soutien apporté par l'Union aux pays qui, selon les évaluations, ne progressent pas sur la voie de la démocratie digne de ce nom et sur la voie d'un changement institutionnel et social profondément ancré, notamment en ce qui concerne l'état de droit, sans préjudice de l'aide apportée à la société civile dans ces pays, conformément aux objectifs de cette politique, en particulier lorsqu'ils enfreignent un certain nombre de principes fondamentaux tels que la liberté d'expression, la liberté de religion ou de conviction, l'égalité des genres et les libertés de conscience, de réunion et d'association;