36. erkent dat het stigma deels bestaat uit de wijdverspreide misvatting dat geestesziekten acuut en voor het leven zijn, terwijl moet worden benadrukt dat mensen met de juiste hulp helemaal kunnen herstellen, een remissie kunnen beleven of een toereikend niveau van functionaliteit of stabiliteit kunnen bereiken;
36. reconnaît que l'un des éléments à la base de la stigmatisation est l'idée très répandue que les troubles de la santé mentale sont aigus et durent toute une vie, alors qu'il est important de souligner qu'avec une aide appropriée, certaines personnes pourront guérir, d'autres obtenir une rémission ou atteindre un niveau suffisant de fonctionnalité ou de stabilité;