3. Hoe staat het nu precies met het fiscale stelsel van de 'hybride leningen' (waarbij de gestorte interesten in hoofde van de begunstigde Belgische vennootschap de status van dividend zouden hebben gehad, en dus het voordeel van het stelsel van de definitief belaste inkomsten/vrijgestelde roerende inkomsten zouden hebben genoten dat enkele Belgische banken in het kader van de kapitaalverhogingen met toepassing van de akkoorden van Bazel wilden gebruiken)?
3. Qu'en est-il exactement du régime fiscal des "emprunts de type hybride" (pour lesquels les intérêts versés auraient eu, dans le chef du bénéficiaire, société belge, le statut de dividende et donc le bénéficie du régime revenu définitivement taxés/revenus mobiliers exonérés que certaines banques belges entendaient utiliser dans le cadre des augmentations de fonds propres en application des accords de Bâle?