In zoverre sommige van de in artikel 9 opgesomde aange
legenheden indirect zouden kunnen raken aan de ene of de andere van die vrijheden,
kunnen de studenten, op grond van het decreet, niet op
onevenredige wijze ingrijpen in de organisatie en de werking van de gesubsidieerde instellingen waaraan zij college lopen, aangezien het gewicht van hun stem, in de veronderstelling dat die unaniem is, slechts 20 pct. bedraagt en de universiteiten de vrijheid behouden om de overige 80 pct. te verdelen zoa
...[+++]ls zij het willen.