Beslissing: Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenza
ken van de Europese Unie (Eerste kamer) van 9 december 2008, Q/Commissie (F-52/05, JurAmbt. blz. I-A-1-409 en II-A-1-2235), wor
dt vernietigd, voor zover de Commissie in punt 2 van het dictum wordt veroordeeld tot betaling aan Q van een vergoeding van 500 EUR en van het bedrag van 15 000 EUR, voor zover dit bedrag strekt tot vergoeding van de immateriële schade die Q heeft geleden als gevolg van een vermeende vertraging bij de instelling van het administratief onderzoek, en voor z
...[+++]over met het oog op de afwijzing, in punt 3 van het dictum, van de overige vorderingen van het beroep in eerste aanleg in de punten 147 tot en met 189 van de rechtsoverwegingen uitspraak wordt gedaan over „[Q’s] op psychisch geweld gebaseerde grief”, en in punt 230 van de rechtsoverwegingen wordt beslist dat geen uitspraak behoeft te worden gedaan over de vordering tot nietigverklaring van haar loopbaanontwikkelingsrapporten over de periode van 1 januari tot en met 31 oktober respectievelijk 1 november tot en met 31 december 2003.L’arrêt du Tribunal de la fonction publique de l’Union européenne (première chambre) du 9 décembre 2008, Q/Commission (F-52/05, RecFP p. I-A-1-409 et II-A-1-2235), est annulé en tant que, au point 2 du dispositif, il condamne la Commission à verser à Q une indemnité d’un montant de 500 euros ainsi que la somme de 15000 euros, pour
autant que celle-ci vise à la réparation du préjudice moral subi par Q en raison d’un prétendu retard pris dans l’ouverture de l’enquête administrative, et que, aux fins de rejeter la requête en première instance pour le surplus, au point 3 du dispositif, il statue, aux points 147 à 189 des motifs, sur «le grie
...[+++]f de harcèlement moral soulevé par [Q]» et prononce, au point 230 des motifs, un non-lieu à statuer sur les conclusions tendant à l’annulation des rapports d’évolution de carrière la concernant, établis respectivement au titre des périodes allant du 1er janvier au 31 octobre et du 1er novembre au 31 décembre 2003.