Ten slotte voeren de verzoekende partijen, in een derde middel, de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 22 van de Grondwet, in zoverre de decreten op onevenredige wijze afbreuk zouden doen aan hun recht op eerbiediging van hun privé- en gezinsleven en van hun woning.
Enfin, dans un troisième moyen, les parties requérantes allèguent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 22 de la Constitution, en ce que les décrets porteraient atteinte, de manière disproportionnée, à leur droit au respect de la vie privée et familiale et du domicile.