Met behoud van de rechten van derden is de notaris ertoe gehouden, als de akte, vermeld in artikel 3.12.1.0.1, verleden is, behalve in geval van de toepassing van artikel 1639 tot en met 1654 van het Gerechtelijk Wetboek, de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige, uiterlijk de achtste werkdag die volgt op het verlijden
van de akte, aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie te betalen voor het bedrag van de belastingen en toebehoren die hem ter uitvoering van artikel 3.12.1.0.2 ter kennis
zijn gebra ...[+++]cht en in zoverre deze belastingen en toebehoren niet betwist worden.
Sans préjudice des droits des tiers, le notaire est tenu, lorsque l'acte cité dans l'article 3.12.1.0.1 est passé, sous réserve de l'application des articles 1639 à 1654 inclus du Code judiciaire, de verser les sommes et valeurs qu'il détient en vertu de l'acte pour le compte ou au profit du redevable, au plus tard le huitième jour ouvrable suivant la passation de l'acte, à l'entité compétente de l'administration flamande à concurrence des impôts et accessoires qui lui sont notifiés en exécution de l'article 3.12.1.0.2 et pour autant que ces impôts et accessoires ne sont pas contestés.