De arts onthoudt zich van elke daad die er redelijkerwijze niet kan toe bijdragen de gezondheid of de toestand van de patiënt te verbeteren, en meer bepaald van alle handelingen die gezien zijn toestand nutteloos of buiten proportie blijken, in zoverre zij rekening houden met de meest recente stand van de geneeskunde, geen redelijk perspectief op genezing, verbetering of verlichting van zijn pijn zouden bieden, maar slechts zouden strekken tot het uitstel van het overlijden. »
Le médecin s'abstient de tout acte qui ne puisse raisonnablement contribuer à améliorer la santé ou la situation du patient, et plus particulièrement de tous actes inutiles ou disproportionnés par rapport à son état, en ce qu'ils n'offriraient, au regard du dernier état de l'art de guérir, aucune perspective raisonnable de guérison, d'amélioration ou de soulagement de ses souffrances, mais n'auraient pour objet que de retarder le décès».