9. herhaalt zijn standpunt dat voor een gemeenschappelijke obligatie-emissie een duurzaam begrotingskader aanwezig moet zijn, zowel gericht op versterkte economische governance als op economische groei in de eurozone, en dat een juiste volgorde van wezenlijk belang is, waartoe een bindend tijdpad moet worden vastgesteld, analoog aan de criteria van Maastricht voor de invoering van de gemeenschappelijke munt, en waarbij gebruik moet worden gemaakt van de opgedane ervaringen;
9. réaffirme sa position selon laquelle, pour l'émission commune d'obligations, un cadre fiscal durable doit être mis en place, destiné à une croissance économique et à une gouvernance économique renforcées dans la zone euro, et que le séquencement est une question essentielle, impliquant une feuille de route contraignante semblable aux critères de Maastricht pour l'introduction de la monnaie unique, en en tirant toutes les leçons;