2. Bevestigt u tevens dat de vrijstellingsregeling zoals bepaald bij artikel 192, eerste lid, van het WIB 1992 geldt voor meerwaarden die verwezenlijkt worden op de aandelen van een wederuitkerende vennootschap die daadwerkelijk zowel dividenden ontvangt die vrijgesteld zijn krachtens maatregelen naar buitenlands recht met een uitwerking die gelijkwaardig is aan die van de artikelen 202, § 1, 1°, en 203 van het WIB 1992 als dividenden waarvoor krachtens een maatregel met gelijkwaardige uitwerking naar buitenlands recht geen recht op aftrek geldt, of die dividenden van beiderlei aard zou kunnen innen?
2. Pouvez-vous également confirmer que le régime d'exonération prévu à l'article 192, alinéa 1er, du CIR 1992 est applicable à la plus-value réalisée sur les actions d'une société intermédiaire qui recueille effectivement ou qui est susceptible de recueillir à la fois des dividendes exonérés en vertu de mesures étrangères d'effet équivalent aux articles 202, § 1er, 1°, et 203 du CIR 1992 et des dividendes pleinement imposés en vertu d'une mesure d'effet équivalent de droit étranger?