Art. 27. Als de beschikbare middelen van de Interventiereserve als bedoeld in het artikel 28, § 1, niet volstaan voor de volledige financiering van één of meer tegemoetkomingen vereist op grond van de in artikel 5 bepaalde omstandigheden, wordt 50 % van de latere bijdragen die de kredietinstellingen en beursvennootschappen jaarlijks aan het Fonds storten, door het Fonds gebruikt om het door de Kas voorgeschoten bedrag aan te zuiveren.
Art. 27. Si les disponibilités de la Réserve d'intervention visée à l'article 28, § 1, ne permettent pas d'effectuer l'intégralité d'une ou de plusieurs interventions nécessitées dans les circonstances prévues à l'article 5, 50 % des contributions ultérieures que les établissements de crédit et les sociétés de bourse versent annuellement au Fonds, sont utilisés par le Fonds pour apurer le montant avancé par la Caisse.