Zo bepaalt artikel 4, § 1, van het Vrouwenverdrag dat « tijdelijke bijzondere maatregelen », gericht op het versnellen van de feitelijke gelijkheid tussen mannen en vrouwen, niet als een discriminatie beschouwd worden; zulke maatregelen moeten echter afgeschaft worden, zodra de oogmerken van gelijkheid van kansen en van behandeling bereikt zijn (zie nr. 7) (21).
Ainsi, l'article 4, § 1, de la Convention sur les femmes dispose que l'adoption de « mesures temporaires spéciales » visant à accélérer l'instauration d'une égalité de fait entre les hommes et les femmes, n'est pas considérée comme un acte de discrimination; ces mesures doivent toutefois être abrogées dès que les objectifs en matière d'égalité de chances et de traitement ont été atteints (21) (voir le nº 7).