In zoverre het bodemgeschil onder de toepassing valt van artikel 6, § 1, van het EVRM, kan zulke werkwijze bovendien onverenigbaar zijn met het vereiste dat zaken afgehandeld moeten worden binnen een redelijke termijn » (stuk Senaat, nr. 2-897/1, blz. 31 en de referenties in voetnoot 2).
En outre, cette manière de procéder peut être incompatible avec l'exigence de traiter les affaires dans un délai raisonnable si le litige au fond relève de l'application de l'article 6, § 1 , de la CEDH » (do c. Sénat, nº 2-897/1, p. 31 et les références citées à la note 2).