Art. 4. § 1. De ontslagen arbeiders (m/v), behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arb
eidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2013, 58 jaar of ouder zijn en
die op dat ogenblik minstens 35 jaar als loontrekkende kunnen rech
tvaardigen, die een zwaar beroep hebben uitgeoefend, en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werk
...[+++]loosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 4. § 1. Les ouvrier(ère)s licencié(e)s, sauf ceux licenciés pour motif grave, qui, au moment de la fin du contrat de travail et pendant la période du 1 janvier 2012 jusqu'au 30 juin 2013 inclus sont âgés de 58 ans ou plus qui, au moment de la fin du contrat de travail, peuvent justifier d'un passé professionnel en tant que salarié(e) d'au moins 35 années, qui ont exercé un métier lourd et qui obtiennent pendant cette période le droit à des indemnités de chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 4, à charge du fonds de sécurité d'existence.