« Waar voorheen het slachtoffer van een arbeidsongeval [bedoeld is een contractueel tewerkgesteld personeelslid in de private sector, onder toepassing van artikel 46, § 2, tweede lid, van de wet van 10 april 1971] de keuze had om een eis tot vergoeding eerst in te stellen op basis van het gemeen - dan wel het arbeidsongevallenrecht, werd dit " optierecht " door de geciteerde wetswijziging [bedoeld is de wijziging bij artikel 4 van de wet van 7 juli 1978] afgeschaft en kan de gemeenrechtelijke vergoeding slechts bepaald worden nadat de vergoedingen uit hoofde van de Arbeidsongevallenwetgeving bepaald zijn, zulks door de terzake bevoegde rechtbank, namelijk de Arbeidsrechtbank».
« Alors qu'auparavant la victime d'un accident du trava
il [le juge du fond entend par là un travailleur contractuel du secte
ur privé, qui entre dans le champ d'application de l'article 46, § 2, alinéa 2, de la loi du 10 avril 1971] avait le choix d'introduire une demande d'indemnisation d'abord sur la base du droit commun ou sur la base du droit des accidents du travail, la modification législative mentionnée [le juge du fond entend par là la modification opérée par l'article 4 de la loi du 7 juillet 1978] a supprimé ce " droit d'opti
...[+++]on" et l'indemnisation de droit commun ne peut être déterminée qu'après qu'ont été fixées les indemnités résultant de la législation sur les accidents du travail, et ce par le tribunal compétent en la matière, à savoir le tribunal du travail».