Bij de familierechtbank wordt voor elke zaak die op de algemene rol, op de rol van de verzoekschriften of op de rol van de vorderingen in kortgeding wordt ingeschreven en die betrekking heeft op geschillen, zoals bedoeld in de artikelen 572bis en 577, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek, één rolrecht gevraagd van 100 euro (artikel 269/2 van het Wetboek van Registratierechten) Daarnaast worden de zaken die geacht worden spoedeisend te zijn enkel onderworpen aan een eenmalig recht dat bij de inleiding van de eerste vordering bij de familierechtbank geïnd wordt.
Au tribunal de la famille, il est demandé un droit de mise au rôle unique de 100 euros pour chaque cause inscrite au rôle général, au rôle des requêtes ou au rôle des demandes en référé et qui porte sur des litiges visés aux articles 572bis et 577, alinéa 2, du Code judiciaire (article 269/2 du Code des droits d'enregistrement).