Various Member States (notably Belgium, Bulgaria, the Czech Republic, France, Italy, Poland, Portugal, Romania and Sweden) referred to ‘the need to ensure that the labour market functions properly’ to justify restrictive measures, such as a limitative list of reasons for using agency workers (France, Italy, Poland), limitations on the number or proportion of agency workers who may be used in a user undertaking (Belgium, Italy), or the obligation for the employer to negotiate with a workers’ organisation before using agency workers (Sweden).
Meerdere lidstaten (met name België, Bulgarije, Tsjechië, Frankrijk, Italië, Polen, Portugal, Roemenië en Zweden) verwezen naar "de noodzaak om een goede werking van de arbeidsmarkt te garanderen" ter rechtvaardiging van beperkende maatregelen zoals een limitatieve lijst van geoorloofde redenen voor de inzet van uitzendkrachten (Frankrijk, Italië, Polen), beperkingen op het aantal of het aandeel uitzendkrachten dat in een inlenende onderneming mag worden ingezet (België, Italië), of de verplichting voor de werkgever om met een werknemersorganisatie te onderhandelen vooraleer uitzendkrachten worden ingezet (Zweden).