In order to respect the principles of nullum crimen sine lege and nulla poena sine lege, as set out in Article 49 of the Charter of Fundamental Rights, the regulation should oblige Member States to ensure that precisely defined infringements ― groundless refusal to provide the requested documents; groundless refusal to obey the summons and to attend for examination as a witness; false testimony; and bribing of witnesses ― will be subjected to appropriate sanctions according to their national laws.
Om ervoor te zorgen dat de beginselen van nullum crimen sine lege en nulla poena sine lege, zoals vastgelegd in artikel 49 van het Handvest van de grondrechten, worden gerespecteerd, dient de verordening lidstaten te verplichten ervoor te zorgen dat er conform de nationale wetgeving passende sancties staan op exact omschreven overtredingen – de ongegronde weigering om de gevraagde documenten te overleggen, de ongegronde weigering om aan een oproeping gevolg te geven en te getuigen, valse getuigenis, en omkoping van getuigen.