The theatre originated in Greek antiquity; its repertoire began with Aeschylus, Euripides and Sophocles and in the classical era spread to the four corners of Europe with Shakespeare and Molière and then Chekhov and Strindberg, to mention only the playwrights whose plays are most commonly performed.
Het theater is geboren in de Griekse oudheid en het repertoire ervan begint met Aeschyles, Euripides en Sophocles. In de klassieke periode verspreidt het theater zich over alle hoeken van Europa, met auteurs als Shakespeare en Molière, en later Tsjechov en Strindberg, om alleen maar de meest gespeelde auteurs van het gangbare repertoire te noemen.