Article 11 provides for two types of visa, namely: (a) 'travel' visas, valid for continuous stays of no more than three months in any half-year; and (b) 'transit' visas, issued so as to enable the holder to pass through the Schengen territory en route to a third State, and which is valid for no more than five days.
Artikel 11 van de overeenkomst beschrijft de twee vormen van dit visum: a) het reisvisum, geldig voor ononderbroken verblijven van niet langer dan drie maanden per half jaar, en b) het doorreisvisum, dat wordt afgegeven om de houder ervan in staat te stellen zich over het Schengen-grondgebied te verplaatsen op weg naar een derde land. De geldigheid van dit laatste visum bedraagt maximaal vijf dagen.