4. In the case of funded credit protection, the lending credit institution shall have the right to liquidate or retain, in a timely manner, the assets from which the protection derives in the event of the default, insolvency or bankruptcy of the obligor – or other credit event set out in the transaction documentation – and, where applicable, of the custodian holding the collateral. The degree of correlation between the value of the assets relied upon for protection and the credit quality of the obligor shall not be undue.
4. Bij volgestorte kredietprotectie heeft de leningverstrekkende kredietinstelling het recht om bij in gebreke blijven, insolventie of faillissement van de debiteur of indien van toepassing, van de bewaarnemer van de zekerheid of bij een andere credit event die in het desbetreffende contract wordt vermeld, de activa die als protectie dienen, bijtijds te liquideren of te behouden. De waarde van de activa die als protectie worden gebruikt, mag niet te nauw gekoppeld zijn aan de kredietkwaliteit van de debiteur.