L. whereas Palestinian refugees remain a particularly vulnerable group in the crisis in Syria; whereas almost all of the 540 000 Palestinian refugees in S
yria are in need of emergency assistance, while more than half of them have been displaced again within the country; whereas Palestinian refugees, who have no Syrian citizenship, do not have the same rights as Syrian refugees and are, in the vast majority of cases, unable to leave the country; whereas the situation of the 18 000 Palestinian refugees trapped in extremely difficult conditions in the Yarmouk refugee camp, which has been under siege since July 2013, is particularly alarm
...[+++]ing; whereas UNRWA and other international aid organisations have been denied access to deliver essential supplies to civilians in Yarmouk for months; whereas this collective punishment of the population is having a devastating effect, with mass suffering; whereas, according to the Syrian Observatory for Human Rights, more than 50 people have died in the camp since September 2013 from hunger or lack of medical care; whereas the limited number of food parcels that were allowed into the camp by the Syrian authorities, in the run-up to the Geneva II Conference, were far from enough to meet people’s needs; whereas, in her statement of 17 January 2014, UN High Commissioner for Human Rights Navi Pillay said, in this context, that ‘impeding humanitarian assistance to civilians in desperate need may amount to a war crime’; L. overwegende dat Palestijnse vluchtelingen een zeer kwetsbare groep blijven vormen in de crisis in Syrië; overwegende dat bijna alle 540 000 Palestijnse vluchtelingen in Syrië noodhulp nodig hebben, terwijl meer dan de helft onder hen opnieuw ontheemd is binnen het land; overwegende dat Palestijnse vluchtelingen, die niet beschikken over het Syrische staatsburgerschap, niet dezelfde rechten hebben als Syrische vluchtelingen en in de overgrote meerderheid van de gevallen het land niet kunnen verlaten; overwegende dat met name de situatie van de 18 000 Palestijnse vluchtelingen die gevangen zitten in uiterst moeilijke omstandigheden in het vluchtelingenkamp van Yarmouk, dat reeds sinds juli 2013 wordt belegerd, alarmerend is; overwegend
...[+++]e dat de UNRWA en andere internationale hulporganisaties maandenlang de toegang is ontzegd tot Yarmouk met het oog op de levering van essentiële voorzieningen aan burgers; overwegende dat dit collectieve bestraffen van de bevolking verwoestende gevolgen heeft, met massaal lijden tot gevolg; overwegende dat volgens het Syrische observatiecentrum voor de mensenrechten sinds september 2013 meer dan 50 mensen zijn gestorven in het kamp aan de gevolgen van hongersnood of door een gebrek aan medische zorg; overwegende dat het beperkte aantal voedselpakketten dat door de Syrische autoriteiten werd toegelaten in het kamp in de aanloop naar de Syriëconferentie (Genève II), ruimschoots onvoldoende bleek om in de behoeften van de mensen te voorzien; overwegende dat de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Navi Pillay, in haar verklaring van 17 januari 2014 in dit verband heeft aangegeven dat "het verhinderen van humanitaire hulpverlening aan burgers die hier dringend behoefte aan hebben kan worden beschouwd als een oorlogsmisdaad";