(3) The Member States should comply with the Union’s general provisions on External Action, such as consolidating democracy, respect for human rights and policy coherence for development, and the fight against climate change, when establishing, developing and implementing their national export credit systems and when carrying out their supervision of officially supported export credit activities.
(4) De lidstaten moeten zich houden aan de algemene uitgangspunten van de Unie voor het extern optreden, zoals consolidering van de democratie, eerbiediging van de mensenrechten, samenhang in het ontwikkelingsbeleid, en bestrijding van klimaatverandering, bij de inrichting, ontwikkeling en uitvoering van hun nationale exportkredietstelsels en de uitoefening van hun toezicht op door de overheid gesteunde exportkredietactiviteiten.