In other policy areas – agriculture, the environment, external aid, development and enlargement, research, energy and transport, education and citizenship – the error rate (I use the word ‘error’) was between 2% and 5% and the auditors observed that there was a ‘disproportionately’ (that is their word) large error rate for rural development, which now represents 20% of farm spending and is increasing.
Op andere beleidsterreinen – landbouw, milieu, externe hulp, ontwikkeling en uitbreiding, onderzoek, energie en transport, onderwijs en burgerschap – bedroeg het foutenpercentage (ik gebruik het woord “fout”) tussen 2 en 5 procent en de auditoren merkten op dat er sprake was van een “buitensporig” (dat is hun woord) groot foutenpercentage voor plattelandsontwikkeling, dat nu goed is voor 20 procent van de landbouwuitgaven, en dat percentage neemt toe.