‘Fresh grapes’ shall mean the fruit of the vine used in making wine, ripe or even slightly raisined, which may be crushed or pressed by normal wine-cellar means and which may spontaneously produce alcoholic fermentation.
„Verse druiven”: vruchten van de wijnstok, gebruikt bij de wijnbereiding, rijp of zelfs licht ingedroogd, die met bij de wijnbereiding gebruikelijke middelen kunnen worden gekneusd of geperst en spontane alcoholische gisting kunnen doen ontstaan.