It states above all that the EU foreign strategy as regards children’s rights should be based on the values and principles set out in the Universal Declaration of Human Rights, in particular Articles 3, 16, 18, 23, 25, 26 and 29.
Daarin wordt er in de eerste plaats aan herinnerd dat het externe optreden van de EU, wat betreft de rechten van het kind, op de waarden en beginselen moeten steunen die zijn neergelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens, en met name in de artikelen 3, 16, 18, 23, 25, 26 en 29.