The Court dismisses, first of all, the Commission’s pleas of inadmissibility, finding, first, that the applicant has a proven legal interest in bringing proceedings since, if the action were to succeed, the applicant could require its GFA request to be considered by the Netherlands authorities and, second, that the applicant is part of a closed class of operators whose GFA request was pending even before the scheme was closed to new applicants.
Het Gerecht verwerpt om te beginnen de excepties van niet-ontvankelijkheid van de Commissie. Het overweegt enerzijds dat verzoekster procesbelang heeft omdat, indien haar beroep gegrond wordt verklaard, haar cfa-aanvraag door de Nederlandse autoriteiten in behandeling zal kunnen worden genomen, en anderzijds dat verzoekster deel uitmaakt van een gesloten kring van marktdeelnemers wier aanvraag tot toelating tot de cfa-regeling nog in behandeling was op het moment dat de regeling werd gesloten voor elke nieuwe kandidaat.