The actions should add value (spreading knowledge, increasing use, improving methodologies, exchange between Member States) to the agri-environmental schemes for endangered species, provenance, cultivars or breeds already funded at national or regional level (e.g., characterisation of genetic diversity and distance between the respective breeds, utilisation of local products, coordination and search of commonalties between scheme managers).
De acties moeten een meerwaarde (verbreiding van kennis, toenemend gebruik, verbetering van de methoden, uitwisseling tussen lidstaten) geven aan de agromilieuregelingen in verband met bedreigde soorten, populaties van herkomst, cultivars of rassen waarvoor reeds nationale of regionale steun verleend wordt (bijvoorbeeld karakterisering van genetische verscheidenheid en genetische afstand tussen de respectieve rassen, gebruik van plaatselijke producten, coördinatie en zoeken naar raakvlakken tussen de beheerders van de verschillende regelingen).