2. The Commission shall, in accordance with the procedure referred to in Article 14(2), recognise the inspection bodies and inspection authorities referred to in paragraph 1(b), including inspection bodies and inspection authorities referred to in Article 9, competent to carry out inspections and to issue documentary evidence referred to in paragraph 1(c) in third countries, and shall establish a list of those inspection bodies and inspection authorities.
2. De Commissie erkent volgens de procedure van artikel 14, lid 2, de in lid 1, onder b), genoemde inspectieorganen en -autoriteiten, waaronder de in artikel 9 bedoelde inspectieorganen en -autoriteiten, die bevoegd zijn om inspecties te verrichten en de in lid 1, onder c), bedoelde bewijsstukken in derde landen op te stellen, en stelt een lijst van deze inspectieorganen en -autoriteiten op.