6. Considers that the order should be directed to a specific bank or banks, if the amount claimed necessitates freezing more than one bank account, and that it should not be made against the whole world; that the name of the respondent and the account or accounts should be identifiable as far as possible; and that joint accounts and nominee accounts should not be exempted at the initial stage but could be unfrozen after the respondent has been heard and has persuaded the court, on the weight of the evidence, that the account or accounts do not belong to the respondent;
6. is van mening dat het bevel moet worden gericht aan een specifieke bank of banken wanneer de vordering van de schuldeiser de blokkering van meer dan één bankrekening noodzakelijk maakt, en dat het bevel niet tot de hele wereld moet zijn gericht; is voorts van mening dat de identiteit van de verweerder en de gegevens van de rekening of rekeningen zo gedetailleerd mogelijk moeten worden aangegeven;
is tevens van mening dat gezamenlijke en derdenrekeningen in de beginfase niet van beslaglegging moeten worden vrijgesteld, maar dat het beslag op dergelijke rekeningen zou kunnen worden opgeheven nadat de verweerder is gehoord en het gerec
...[+++]ht aan de hand van bewijsstukken ervan heeft overtuigd dat die rekening of rekeningen niet aan verweerder toebehoort/-behoren;