2. Apart from the cases provided for in paragraph 1, each Member State shall take the necessary measures to ensure that a legal person can be held liable where the lack of supervision or control by a person referred to in paragraph 1 has made possible the commission referred to in Article 2(b), (c) and (d) and Articles 3 and 4 for the benefit of that legal person by a person under its authority.
2. Naast de in lid 1 bedoelde gevallen, neemt elke lidstaat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer, als gevolg van gebrekkig toezicht of gebrekkige controle door een in lid 1 bedoelde persoon, handelingen als bedoeld in artikel 2, onder b), c) en d), en in de artikelen 3 en 4 konden worden gepleegd ten voordele van die rechtspersoon door een persoon die onder diens gezag staat.