3. Member States which introduce breeding programmes shall submit regular reports to the Commission in order to enable the programmes to be scientifically evaluated, in particular with regard to their impact on the incidence of TSEs but also on genetic diversity and variability and on the maintenance of old or rare ovine breeds or of those that are well-adapted to a particular region.
3. De lidstaten die fokprogramma's invoeren, dienen bij de Commissie regelmatig verslagen in, zodat de programma's wetenschappelijk kunnen worden beoordeeld, met name op de gevolgen ervan voor de frequentie van TSE, maar ook op de genetische diversiteit en variabiliteit en de instandhouding van oude, zeldzame of regionaal aangepaste schapenrassen.