(b) - plant genetic resources shall mean, in particular, those of agricultural crops, including vines, fodder crops, horticultural crops, including market-garden and ornamental crops, medicinal plants and aromatics, fruit crops, forest trees, fungi, micro-organisms and wild flora which are or could be of use in the field of agriculture,
b) - moeten onder plantaardige genetische hulpbronnen met name worden verstaan de genetische hulpbronnen van landbouwgewassen, inclusief wijnbouw- en voedergewassen, van de tuinbouw, inclusief groenten, siergewassen, geneeskrachtige planten en kruiden, van de fruitteelt, van de bosbouw, van eetbare paddestoelen, van micro-organismen en van voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige wilde flora;