3. It may be decided, in accordance with the procedure referred to in Article 113(1), to stop the application of the grubbing-up scheme in a Member State for a given year if, taking into account the pending applications, continued grubbing-up would lead to an area grubbed-up of more than 6 % of the Member State's total area planted with vines as referred to in Annex VIII in that particular year of the scheme's operation.
3. Volgens de in artikel 113, lid 1, bedoelde procedure kan worden besloten om de toepassing van de rooiregeling in een lidstaat voor een bepaald jaar stop te zetten indien, rekening houdend met de nog in behandeling zijnde aanvragen, het voortzetten van het rooien in dat bepaalde jaar van de toepassing van de regeling tot gevolg zou hebben dat in totaal meer dan 6 % van de in bijlage VIII opgenomen, totale met wijnstokken beplante oppervlakte van de lidstaat zou worden gerooid.