For mutual associations referred to in the second sentence of the second indent of Article 3(6) of this Directive, as soon as they come within the scope of this Directive, and for tontines, any Member State may permit the establishment of a minimum of the guarantee fund of EUR 100 000 to be increased progressively to the amount fixed in (b) of this section by successive tranches of EUR 100 000 whenever the contributions increase by EUR 500 000.
Iedere lidstaat kan de in artikel 3, punt 6, tweede streepje, tweede zin, van deze richtlijn bedoelde onderlinge waarborg- of onderlinge verzekeringsmaatschappijen, zodra zij binnen de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, en tontinedeelgenootschappen toestaan dat zij een garantiefonds van ten minste 100 000 EUR vormen, dat met achtereenvolgende tranches van 100 000 EUR geleidelijk op het onder b) van dit deel vastgestelde bedrag wordt gebracht, telkens wanneer de omvang van de ontvangen bijdragen met 500 000 EUR toeneemt.