Article 14(2) of the Directive provides that, where the laws of a Member State prescribe that the nationals of another Member State who reside there have the right to vote for the national parliament of that State under exactly the same conditions as national voters, the first Member State may, by way of derogation from the Directive, refrain from applying Articles 6 to 13 in respect of such nationals.
Artikel 14, lid 2, van de richtlijn bepaalt dat indien bij de wetgeving van een lidstaat is voorgeschreven dat aldaar verblijvende onderdanen van een andere lidstaat stemrecht hebben bij de verkiezingen voor het Parlement van die lidstaat onder precies dezelfde voorwaarden als de nationale kiezers, eerstgenoemde lidstaat in afwijking van de richtlijn, de artikelen 6 tot en met 13 niet op die onderdanen hoeft toe te passen.