12. Calls for international agreements, country strategy papers, action plans, the GSP+ programme and all other contractual relations between the Union and third countries to be tightened up by means of
more clearly worded clauses on human rights, democracy, the right of indigenous peoples to be consulted before decisions are taken, good governance, specific mechanisms in the event of non-compliance (based, at the very least, on those set out in the Cotonou Agreement), commitments coupled with specific, measurable, achievable, time-bound criteria for assessing the progress made, and a specific timetable for implementation; regrets that
...[+++]despite the human rights clauses in the Cotonou Agreement, the EU often turns a blind eye to continuing systematic human rights violations committed by some Cotonou partner governments, adopting a ‘business as usual’ relationship; calls on the Commission to adopt consistent policies aimed at discouraging human rights violations, such as reducing the financial envelopes for governments that fail to respect democracy and human rights, thus denying them budget support, while increasing financial resources to strengthen civil society which bypass those governments; 12. verzoekt om een versterking van de internationale overeenkomsten, de landenstrategiedocumenten, de actieplannen, de SAP-plus-regeling en elke andere contractuele relatie tussen de Unie en derde landen door een nauwkeuriger formulering van de bepalingen over mensenrechten, democratie, het recht van inheemse volken om vooraf geraadpleegd te worden, goed bestuur, specifieke mechanismen die worden gebruikt in geval van niet-naleving van verbintenissen ten minste uitgaande van de in de Overeenkomst van Cotonou opgenomen mechanismen, verbintenissen en specifieke, meetbare, haalbare en tijdsgebonden criteria om de geboekte vooruitgang te meten, en een nauwkeurig tijdschema voor de uitvoering ervan; betreurt het dat de EU, ondanks de bepalinge
...[+++]n over mensenrechten in de Overeenkomst van Cotonou, haar ogen vaak sluit voor voortdurende en stelselmatige schendingen van de mensenrechten door sommige Cotonou-partnerregeringen onder het mom van een „business as usual”-relatie; verzoekt de Commissie consistente beleidsmaatregelen te treffen die zijn gericht op ontmoediging van mensenrechtenschendingen, zoals vermindering van de financiële middelen voor regeringen die de democratie en de mensenrechten niet eerbiedigen waardoor hun begrotingssteun wordt onthouden, terwijl de financiële middelen juist worden verruimd voor de versterking van het maatschappelijk middenveld met voorbijgaan aan die regeringen;