(c) The perimeter fence and areas adjacent to security restricted areas, other airside areas outside this fence, including those in the immediate vicinity of the runway threshold and taxiways, shall be subjected to surveillance by the authorities of the Member States by means of patrols, closed-circuit television or other monitoring measures.
(c) De omheining van de buitenrand en de zones die grenzen aan om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones, andere zones aan de luchtzijde buiten deze omheining, onder meer de zones in de onmiddellijke nabijheid van de start-/landingsbaandrempel en de taxibanen, worden door de autoriteiten van de lidstaten bewaakt door patrouilles, gesloten televisiecircuits of andere bewakingsmiddelen.